We genoten een korte nachtrust, Francis vond dat er nog een aantal uurtjes vanaf konden en ging deze nacht op stap voor het bewonderen van een rijk gevulde sterrenhemel. Ongelooflijk hoeveel sterren de hemel hier rijk is als het stikke donker is. Zelfs de melkweg was zo te aanschouwen. Daar kunnen we in ons Belgenlandje gewoon van dromen.
Zoals ik al zei, vroeg uit de veren want vandaag zouden we varen in de Doubtful Sound. Dit de diepste fjord aan de Tasmaanse Zee maar minder bekend omwille van de moeilijke bereikbaarheid. Ofwel kom je vanuit zee met een boot ofwel doe je zoals wij het deden vanuit Manapouri met een boot over het Manapourimeer tot aan West Arm en van daaruit een korte busrit over de afgelegen Wilmot Pass Road naar Deep Cove, het meest oostelijke punt van de sound. Daar gingen we terug de boot op om te varen in de sound zelf.
Eens we in volle zee waren kwamen  walvissen, de bultrug, ons op sierlijke wijze goeie dag zeggen maar ze keerden ons ook op even sierlijke wijze de rug toe. Met opgeheven staart zochten ze weer diepere wateren op.
Op één van de vele eilandjes die verspreid liggen in de sound troffen we zelfs een koppeltje pinguïns aan.
Ze huppelden elkaar achterna van de ene rotsblok op de andere. They are lucky to see us!
Een aantal zeerobben vonden het ook fijn om goeie dag te zeggen. Alleen de dolfijnen die ook wel eens opduiken in deze wateren hebben we niet gezien.
Ik weet het, ik val in herhaling, maar de vieuws waren weer fantastisch!
Bij het varen in de sound zelf was het nogal winderig en fris maar eens terug in het Manapourimeer zagen we de temperatuur opklimmen tot tegen de 30°C. We laten alles nog wat nazinderen en genieten bij een fris glaasje van de heerlijke zonnestraaltjes.

Een laatste keer slapen in Manapouri en dan schuiven we verder oostwaarts op naar Dunedin.
Na vandaag nog precies een week te gaan, nochtans hebben we nog één en ander dat we hier willen afwerken.